Yard Community realiseert al jaren online community’s voor uiteenlopende kennisintensieve organisaties, zoals kennisinstituten, verenigingen en brancheorganisatie. Deze organisaties willen uit hun ivoren toren komen en weten wat er speelt bij hun doelgroep of achterban. Niet alleen maar informatie ‘zenden’ maar faciliteren dat professionals onderling kennis en ervaringen delen. Wat mij opvalt, is dat onze opdrachtgevers veelal met dezelfde vraagstukken worstelen als ze een community gaan implementeren. In deze blog bespreek ik drie aandachtspunten bij het inrichten community .
1. Hoe houden we de beheerkosten in toom?
Veel organisaties zijn bang voor de hoeveelheid tijd (lees: geld) het beheren van een community kost. En ja, als je alle content zelf gaat controleren op kwaliteit, heb je al gauw 1 of meerdere redacteuren nodig. Echter, je kunt het ook anders organiseren, bewijst Revalidatie Nederland: Er werken geen redacteuren voor hun kennisplatform Revalidatie Kennisnet. Alle documenten worden geplaatst en verrijkt door de deelnemers waaronder revalidatieartsen, fysiotherapeuten en ergotherapeuten.
Niets wordt geredigeerd door ons, want deelnemers corrigeren elkaar, vertelt communicatieadviseur Karin van Londen. ‘De beroepsgroep vindt het heel belangrijk dat de documenten op het platform kwalitatief goed zijn en wie kan dat beter beoordelen dan zij zelf? Aanvankelijk was er angst dat mensen artikelen en reacties van slechte kwaliteit zouden plaatsen, maar die is ongegrond gebleken.’
2. Hoe integreren we de diverse online kanalen?
Organisaties hebben veel verschillende systemen waar informatie wordt verzameld. Er is een CRM-systeem, een intranet, een corporate website, LinkedIn-groepen, een Twitteraccount, een kennisbank, etc. Hoe integreer je al deze systemen? Ook Sociaal Werk Nederland vroeg zich dat af. Zij hebben hun interactieve platform gekoppeld met het CRM systeem, de corporate website én de webshop. Het Nederlands Jeugdinstituut positioneerde weloverwogen hun community Kennisnet Jeugd juist los van de corporate website en kennisbank. Er zijn mijn inziens geen ‘foute’ keuzes, als je als organisatie maar heel helder voor ogen hebt welk online middel je voor welk doel inzet.
3. Hoe garanderen we de betrouwbaarheid van informatie?
Veel kennisintensieve organisaties lopen er tegenaan: ze willen hun doelgroep de kans geven om hun kennis online te delen, maar hebben tegelijkertijd de taak om de betrouwbaarheid van die content waarborgen. Hoe organiseer je dat? Het platform Deelmee – een kenniscommunity voor professionals in het sociaal domein – werkt met zogenoemde Kennismakelaars. Deze makelaars zijn professionals uit het veld die één of meerdere thema’s onder hun hoede hebben. Zij zorgen ervoor dat informatie die in hun thema is geplaatst, betrouwbaar is. Het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapeuten (KNGF) koos voor een andere aanpak. KNGF maakt strak onderscheid tussen de content op de KNGF-website en de community Fysionetwerken: de informatie op de community is niet gevalideerd door het KNGF en echt het domein van de fysiotherapeuten. Dit onderscheid wordt ook duidelijk gemaakt aan de gebruikers.
Bovenstaande is slechts een greep uit de vragen die klanten hebben als ze met een community starten. In een andere blog besteed ik aandacht aan andere veelgehoorde vragen, waaronder: wat is de toegevoegde waarde van een community?